Jaarverslag 2021

Geachte Heer Staatssecretaris Dermine,

Geachte Mevrouw Freire, Diensthoofd Federale, interfedederale. & internationale coördinatie (Belspo),

       De Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (KCTD/CRTD) vervult haar wetenschappelijke consultatieve opdracht onder de hoge bescherming van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique.

       Het wetenschapsdomein van de Commissie is de studie van de onomastiek (toponymie en antroponymie) en de dialectologie, vooral in België en zowel op Germaans als op Romaans gebied. Daartoe geeft ze wetenschappelijke studies (Handelingen, Werken, Overdrukken) over deze disciplines uit en onderhoudt contacten met binnen- en buitenlandse instituties die in dezelfde domeinen actief zijn.

       De (Koninklijke) Commissie voor Toponymie en Dialectologie geeft sinds 1927 dankzij de subsidies van het Federaal Wetenschapsbeleid een tweetalig jaarboek uit met toponymische & dialectologische studies. In 2020 verscheen de 92e jaargang van de Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (Franse naam: Bulletin). Daarmee verzamelt dit tijdschrift een totaal volume van meer dan 30.000 pagina’s.

       Bovendien publiceert de Commissie regelmatig monografieën (Nl.: Werk, Fr.: Mémoire): met haar 57 Werken/Mémoires gaf ze nog eens meer dan 18.000 bladzijden aan wetenschappelijke literatuur uit. Daaronder bevinden zich standaardwerken als: De Vlaamse Gemeentenamen. Verklarend woordenboek (2010, 331 p.); Les noms de rivières de Wallonie, y compris les régions germanophones. Dictionnaire analytique et historique (2014, 457 p.); De Vlaamse waternamen. Verklarend en geïllustreerd woordenboek. Deel I: De provincies Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Werk 29 van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. 2016. 426 p.; Deel II: De provincies West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. Werk 30 van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie. 2018, 533 . Beide: Uitgeverij Peeters, Leuven; Les noms officiels des communes de Wallonie, de Bruxelles-capitale et de la Communauté germanophone. Évolution et fixation orthographique des toponymes majeurs de 1795 à nos jours. Avec indication de la prononciation française (API), de la forme régionale wallonne et du gentilé. Mémoire 27 de la Section wallonne de la Commission royale de Toponymie et de Dialectologie. 2020, 412 p. Maison d’Édition Peeters. Louvain.

       In 2020-2021 ten slotte verschenen Werk 31 en Werk 33 van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Deel I Antroponymie van Noord-West-Europa tot de Twaalfde Eeuw is vrijwel uitsluitend gewijd aan namen van Germaanse oorsprong aangezien die van de vijfde tot de elfde eeuw de West-Europese naamgeving domineerden en door die homogeniteit vrij gedetailleerd in hun evolutie kunnen worden gevolgd. Werk 33 is de herziene uitgave van hetVerklarend woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen uit 2010.

       Niet in de laatste plaats is de Commissie een wetenschappelijk adviesorgaan waarop de overheid regelmatig een beroep doet en in bepaalde gevallen daartoe overigens verplicht is.

.

Statutaire vergaderingen

       Er waren statutaire vergaderingen gepland op 25 januari, 31 mei en 25 oktober 2021. Alleen de laatste vond fysiek plaats in de lokaliteiten van het Paleis der Academiën in Brussel (Hertogsstraat 1); de twee andere bijeenkomsten verliepen digitaal.

Beraadslaging in de Vlaamse afdeling op 25 januari 2021

       Er werd beslist dat de herdruk van De Vlaamse Gemeenntenamen.Verklarend woordenboek geen naamsverandering zou ondergaan. De redactie zal ook een kaarten noch andere illustraties opnemen. Het boek krijgt wel een cover die aansluit bij De Vlaamse Waternamen en Jean Loicqs Les noms de rivières de Wallonie. Ook worden er twee indices opgenomen: een index van frequente plaatsnaambestanddelen en een index van Germaanse persoonsnamen.

Lezing in de Vlaamse afdeling op 25 januari 2021

Frans Debrabandere,  Enkele Brugse straatnamen. Correctie bij A. Schouteets

       In 1977 verscheen van de hand van Albert Schouteet ‘De straatnamen van Brugge’. Als stadsarchivaris kende hij weliswaar de geschiedenis van zijn stad goed, maar hij was niet in staat om de namen taalkundig te beoordelen. Daarom behandelde Debrabandere de Brugse plaatsnamen in afleveringen (2005-2014) in het Brugse tijdschrift Brugge die Scone. Van de in het vooruitzicht gestelde bundeling van de bijdragen kwam niets terecht. In deze lezing werden die straatnamen behandeld waar zijn verklaring afweek van die van Schouteet, zoals van Balsemboomstraat, Bapaumestraat, Blekersstraat, Dijver, Goezenputstraat, Hauwerstraat, Jan Miraelstraat, Minnewater, Philipstockstraat, Steenstraat, Venkelstraat, Vlamingstraat. Terloops werd ook het Hoedenaaistraatje besproken, een straatje dat nu een andere naam draagt. Daar woonde in de veertiende eeuw Lippin (Filips) Hoedenay, een voorbeeld van volksetymologie en metathese. Hij zal Nodenay geheten hebben en ook in Gent is er een Nodenaysteeg. Nodenay is een zinwoord en betekent ‘die node naait’, die dus niet graag naait. Naaien heeft  hier de oude betekenis ‘vleselijke gemeenschap hebben’, zeg maar ‘neuken’.  Een nodenay is dus iemand die daar afkerig van is, maar de naam kan natuurlijk ironisch bedoeld zijn.

Nemen deel aan de discussie: M. Devos, L. De Grauwe K. Leenders.

De vergadering van de Vlaamse afdeling op 31 mei 2021

Lezing door Jozef Van Loon, De zinvolheid van de oudste tweestammige namen.

       Tweestammige namen zijn etymologisch doorzichtiger dan éénstammige. Die laatste geven  door hun kortheid minder snel hun betekenis prijs, maar leveren lexicaal en morfologisch meestal interessantere informatie, zoals in het geval van de Texuandrische legionair Veldes, wiens naam het Oudgermaanse woord *welþes/os ‘wild beest’ bevat (zie HKCTD 92 – 2020: 18-19). Tweestammige namen hebben dan weer hun eigen problemen. Veelal wordt betwijfeld of zij wel zinvolle samenstellingen vormden. In de lezing wordt betoogd dat dat tot ca. 600 inderdaad steeds het geval was. Ze mogen echter niet worden opgevat als samenstellingen van het vertrouwde type met een determinans en een determinatum, maar als samenkoppelingen van twee evenwaardige begrippen uit compatibele betekenisvelden, vergelijkbaar met de mannkenningar in de Oudgermaanse epiek.

       Een eerste aanwijzing voor hun zinvolheid is dat de bestanddelen geen willekeurige lexemen zijn, maar steeds putten uit slechts een viertal semantische velden, die ruwweg te rubriceren zijn als: superioriteit, schoonheid, krijgslust, dienstbaarheid. De zinvolheid van een naam wordt wel door niemand betwijfeld indien beide bestanddelen tot hetzelfde betekenisveld behoren: Segimerus ‘zege-roem’, Hariobaudes ‘leger-gebieden’, Valamer ‘slagveld-beroemd’. Een bewijs e contrario is dat men tot de zesde eeuw geen namen vindt waarin manifest tegenstrijdige betekenissen worden gecombineerd zoals *Agis-leuƀ ‘vrees-minzaam’, *Leuƀ-hard ‘lief-hard’, *Agis-wini ‘angst-vriend’. Wél bestaande namen als Fridi-badus, Gunte-fredus, Frede-gundis e.a., waarin de contradictorische begrippen ‘vrede’ en ‘oorlog’ worden gecombineerd, zijn ogenschijnlijke tegenvoorbeelden. De namen zijn gebaseerd op een andere voorstelling van het begrip ‘vrede’ dan onze moderne invulling van het woord, die door het christendom is geïnspireerd. De zinvolheid van de tweestammige namen liet ook niet toe bestanddelen uit verschillende rubrieken blindelings te combineren. Bestanddelen moesten thematisch bij elkaar passen. Namen als *Wini-rīk ‘vriend-heerser’, *Ermana-leub ‘superieur-lief’, *Ala-helm zal men vergeefs onder de oudste namen zoeken.

       Het is dan ook meer dan waarschijnlijk dat de oudste tweestammige namen standsverschillen weerspiegelen. De correlatie tussen naam en stand is het duidelijkst bij vorsten, die immers het talrijkst en tevens met opgave van hun functie zijn overgeleverd (Ala-,rīk, -mēr). Naar analogie daarvan kan worden verondersteld dat sommige andere namen bestemd waren voor leden van de hoge adel (Athal-, Othal-), voor militaire (-baud, –hari), raadgevende (Ragin-), rechterlijke (-rēd, -mund), bestuurlijke (-wald) en financiële functies (Laun-) enz. Bestanddelen met namen van dieren (Arn-, -wulf), voor wapens (-helm, -gair) en karaktereigenschappen (-hard, -funs, -swinth, -wini, -leub ) waren geschikt voor de massa van vrije lieden. Horigen en slaven ten slotte lijken niet over specifieke naambestanddelen te hebben beschikt en droegen misschien ook geen tweestammige, maar enkelvoudige namen.

       Een ander bewijs voor de zinvolheid van de oudste namen zijn tautologische namen als Gundovechus, Gundobadus, Heldebadus ‘strijd-strijd’ e.a. De tautologie heeft een hyperbolisch effect, zoals in mors-dood. Het naamtype is kenmerkend voor de vijfde en zesde eeuw.

De zinvolheid van een tweestammige naam blijkt soms uit synoniemen. De naam van Medardus (456-545), bisschop van Noyon-Doornik, bevat als eerste bestanddeel osa. mēda ‘loon, mnl. keurmede, Miete’. De naam werd duidelijk nog begrepen, zoals blijkt uit de naam van Gildar(e)dus, bisschop van Rouen in 511, die volgens een jongere vita Medardus’ tweelingbroer zou geweest zijn en omstreeks 850 in Soissons in hetzelfde graf werd bijgezet.

De zinvolheid van de oudste namen sluit niet uit dat bestanddelen betekeniswijzigingen konden ondergaan. Namen op –rīk zijn vóór de zesde eeuw steeds namen voor vorsten. Vanaf de zesde eeuw verschijnen ze overwegend in namen van bisschoppen. Het is tekenend voor de tijd dat bisschoppen in de zesde en zevende eeuw vaak optreden als wereldlijke gezagsdragers en als legerleiders.

       De analyse van de oudste naambestanddelen maakt het mogelijk de lang enigmatisch gebleven naam te verklaren van de Cheruskenvorst Segestes, de schoonvader van de Germaanse opstandeling Arminius, die in 9 n.C. de Romeinen een vernietigende nederlaag toediende. Het is een tweestammige naam, samengesteld uit *Seges ‘grote zegepraal’ + thewaz ‘dienaar’. Namen op –thewaz zijn in de oudheid typisch voor Germaanse vorsten. Ze wijzen op een andere vorm van koningschap dan de namen op –rīk, die jonger zijn.

Bespreking tijdens de vergadering van Vlaamse afdeling op 31 mei 2021

       José Cajot bespreekt kort twee interessante plannen van de Waalse afdeling, namelijk:

(a) een uitgebreide handleiding met aanbevelingen en richtlijnen die een leidraad kunnen vormen bij de verstrekking van adviezen inzake naamgeving van openbare wegen en pleinen;

(b) aanbevelingen voor de standaardisering van postadressen.

Vergadering van de Vlaamse afdeling op 25 oktober 2021

Victor Mennen, Van Gennep tot Geistingen. Van het Lo tot Lutselus. Nederzettingsnamen van de Limburgse Kempen en aangrenzende regio’s.

       De auteur stelt ons zijn werk voor dat na verscheiden jaren opzoekingswerk nu ter perse ligt. Het kwam in samenwerking met Erfgoed Lommel tot stand en omvat 372pagina’s. .

Het is een boeiend naslagwerk, onmisbaar voor iedereen met interesse in lo­kale en regionale geschiedenis in het algemeen, landschaps- en nederzettings­geschiedenis en toponymie of plaatsnaamkunde in het bijzonder.

       Na een algemene inleiding en een uiteenzetting over de gevolgde werkwijze van het onderzoek biedt de auteur een beknopte nederzettingsgeschiedenis van de Limburgse Kempen en het Maasland. Daarna volgt een zeer uitgebreid thematisch overzicht van de nederzettingsnamen. Het betreft de naamgeving van buurtschappen, woonkernen, gehuchten, dorpen en steden in het onder­zoeksgebied tussen ± 700 en ± 1920. Niet alleen komen de naamkundige her­komst en de betekenis aan bod, maar de auteur schetst ook in een groot aantal gevallen het landschappelijke kader waarin de nederzettingen ontstonden. De talloze illustraties en de toponymische kaarten vullen de naamkundige toe­lichting aan en verhogen zo de toegankelijkheid van het boek, zowel voor een ruimer publiek als voor de naamkundigen. Achteraan in het boek zorgt het register ervoor dat de lezer snel de gewenste naam kan terugvinden.

Besprekingen in de Waalse afdeling

In de Waalse afdeling werden drie lezingen gehouden

Exposé de Florian Mariage, À propos du « Guide pratique des noms de voies publiques en Belgique francophone ». Présentation et questions-réponses.

Communication deJean GERMAIN, Rapport sur la féminisation des noms de rues,

Communication de Jean Germain, Le rôle de la CTD dans le processus de dénomination des nouvelles communes de Wallonie lors de la fusion de 1977 (d’après les archives d’André Goosse)

Een eigen website

       De leden zijn het eens over de noodzaak hun eigen website voortdurend te actualiseren (www.toponymie-dialectologie.be). Het resultaat moet de wetenschappelijke resp. adviserende werkzaamheden van de Commissie en de individuele wetenschappelijke activiteiten, publicaties en internationale contacten van haar leden reflecteren. De leden zijn verzocht regelmatig hun actualiseringsvoorstellen (o.a. van hun wetenschappelijke publicaties) bij de webmaster in te dienen.

       Van de website wordt ook gebruik gemaakt om de klassieke publicaties van de Commissie aan te vullen. Zo verwijzen links in veel gevallen naar (anderstalige) samenvattingen van bijdragen of naar moeilijk publiceerbare toponymische kaarten.

Een redactieraad

De leden van de beide secties van de Commissie voor Toponymie & Dialectologie hebben de (gemeenschappelijke) redactieraad (Fr.: ‘comité de lecture’) van hun tijdschrift (Handelingen/Bulletin) uitgebreid. Dit externe wetenschappelijke comité bestaat nu uit de volgende vijftien buitenlandse leden: Gerrit Bloothooft, Anne Breitbarth, Eva Buchi, Jean-Pierre Chambon, Michiel de Vaan, A.C.M. Goeman, Ludger Kremer, Wulf Müller, Bertie Neethling, Hermann Niebaum, Damaris Nübling, Arend Quak, Gerald van Berkel, Jean-Louis Vaxelaire en Stefan Zimmer.

Deze ‘peer reviewers’, experts in de diverse wetenschapsdisciplines die in de publicaties van de commissie beoefend worden, zullen samen met het eigen redactieteam (de leden van de Commissie) het uitmuntende wetenschappelijke gehalte van het tijdschrift bewaken en garant staan voor een hoge internationaal geldende bibliometrische ranking.

Ledenbestand van de Commissie en Bestuur

     Sinds de tweejaarlijkse verkiezingen van 27 januari 2020 is de samenstelling van het  Commissiebestuur in de periode 2020 & 2021 ongewijzigd gebleven.

Vlaamse afdeling

Voorzitter: Ann Marynissen

Secretaris: Jan Segers

Waalse afdeling

Voorzitter: Florian Mariage

Secretaris: Jean Germain

Het hoofdbestuur van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie – Commission royale de Toponymie et de Dialectologie

Algemeen voorzitter: Ann Marynissen

Algemeen ondervoorzitter: Florian Mariage

Algemeen secretaris: José Cajot

Leden: Jean Germain en Jan Segers

Door de uitbreiding van zijn taken aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), de evolutie van zijn opdrachten en zijn onderzoek (historische cartografie) wenst Bram Vannieuwenhuyze ontslag te nemen als gewoon KCTD-lid. De vergadering brengt begrip op voor zijn ontslag en bood hem op de vergadering van 31 mei 2021 het erelidmaatschap aan. Zijn adviesfunctie voor de naamgeving in het Brusselse Gewest wordt door Paul Kempeneers overgenomen.

Ten gevolge van de toetreding van collega Bram Vannieuwenhuyze tot het erelidmaatschap verkoos de Vlaamse  afdeling op haar zitting van 25 oktober 2021 de heer Chris De Wulf tot nieuw commissielid.

Publicaties

– Handelingen/Bulletin XCIII (2021)

     De Handelingen XCIII (2021) tellen 449 bladzijden, meer dan dubbel zoveel als verleden jaar. Ze werden geruild met een aantal tijdschriften en weten­schappelijke instellin­gen.. Twintig exemplaren werden aan de wetenschappelijke centra van de Belgische universiteiten ten behoeve van onderzoekers en studenten ter be­schikking gesteld.

Inhoud

Jaarverslag 2021 – Rapport annuel 2021

Publicaties – Publications

Liste des membres – Ledenlijst

Frans Debrabandere, Nederlandse plaatsnamen in West-Vlaanderen extra muros (‘Frans-Vlaanderen’)

Frans Debrabandere, De Brugse straatnamen

Baptiste Frankinet, Mots et choses de Wallonie. Actualisation de la lexicographie dialectale de nos régions

Jean Loicq, Le nom de l’Escaut et le peuplement des pays ménapien et nervien

Luc Van Durme, Ridderstraat en Kattenstraat

Publicatie van “Werk 33 van de Vlaamse KCTD-afdeling”: Herziene uitgave van het Verklarend woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen van 2010

       Sinds vijf jaar is de voorraad van het Verklarend woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen uitverkocht en bestaat er behoefte aan een nieuwe uitgave. De Vlaamse KCTD-afdeling heeft het plan opgevat om vanaf januari 2019 de grondige herziening voor te bereiden van het Werk 28 “Verklarend woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen” dat tussen 2005 en 2009 voltooid en in 2010 gepubliceerd werd.

       Bijkomende verklaringen en nieuwe inzichten konden toegevoegd en achterhaalde veronderstellingen gecorrigeerd worden. De etymologie van sommige gemeentenamen werd verfijnd en in sommige gevallen herzien. Ook de inbreng van andere wetenschappelijke disciplines, zoals de historische geografie, kan aan de betekenisverklaring van een aantal namen een nog stevigere basis geven.

       Sinds de transitie van Drukkerij Michiels naar Drukkerij en Uitgeverij Peeters heeft de Commissie een eigen huisstijl geïntroduceerd voor zijn publicaties Werken en Mémoires.

De Commissie leverde de nieuwe publicatie af in het jaar 2021.

Nadat de juridische en technische obstakels uit de weggeruimd waren en de discussie over de verruiming tot gehuchtnamen gesloten werd, is het werk onder de leden verdeeld en de redactie samengesteld.

Bibliografische gegevens

DE VLAAMSE GEMEENTENAMEN. VERKLAREND WOORDENBOEK.

Frans Debrabandere, Magda Devos, Paul Kempeneers, Victor Mennen, Hugo Ryckeboer en Ward Van Osta. Tweede, grondig herziene en vermeerderde uitgave nu met medewerking van Luc De Grauwe, Karel Leenders, Jan Segers, Jacques Van Keymeulen en Bram Vannieuwenhuyze. Werk 33 van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Uitgeverij Peeters Leuven. 2022. 350 blz.

Advisering en samenwerking met het Nationaal Geografisch Instituut

       Inzake plaats- of straatnaamgeving en etymologie werden de leden van de Vlaamse afdeling van de Commissie in 2020 door talrijke gemeenten, culturele verenigingen en privépersonen geraad­pleegd. Vaak handelden de vragen ook over dialect- en personennaamkunde.

De volgende meldingen of adviezen werden mij gesignaleerd: door Frans Debrabandere over Moeskroen, Jan Segers over Maaseik en Bekkevoort, Victor Mennen over Lommel en Oudsbergen, José Cajot over Riemst en Voeren, Luc De Grauwe over Gent, Paul Kempeneers over Brussel en Tienen, Chris De Wulf over Aalter …

       Het Nationaal Geografisch Instituut, Abdij ter Kameren 13, 1000 Brussel, doet regelmatig een beroep op de Commissie bij de medewerking aan de te actualiseren uitgave van de Topografische Kaart op schaal 1/25000; zo werkte Paul Kempeneers mee aan de adviezen voor de plaatsnamen op nieuwe kaarten van de provincie Vlaams-Brabant en Antwerpen; in 2020 gaf hij advies voor 184 toponiemen van 18 gemeenten op kaartblad 31.

Internationale contacten & samenwerkingsverbanden in 2021 – Publicaties 2020-2021

De coronamaatregelen van de overheid en de individuele fysieke en psychische impact van de pandemie beperkten o.a. de algemene mobiliteit, de contactname met collega’s, studieverblijven aan andere universiteiten, de toegang tot de eigen bibliotheken etc. De online colleges/lessen aan de eigen universiteit of (hoge)school en evt. digitale congressen reduceerden bovendien de bewegingsvrijheid drastisch.

       Luc De Grauwe nam op 25-27 mei 2021 online deel aan de 133. Jahresversammlung des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung (Münster/Westalen).

Publicaties 2021

Krook en waal als waternamen, hoek, vest en wal als terreinamen in Gent (i.s.m. Frank Gelaude en Luc Devriese), in: Ghendtsche Tydinghen (Tweemaandelijks Tijdschrift van de Heemkundige en Historische Kring Gent), 50/6, 2021, 335-345.

“Scoon teen moeste ghestorven sijn!” (Egidiuslied, v. 5). Jan Moritoens wens- en (ver)langlied, en het halve gelijk van Duinhoven. In Leuvense Bijdragen 103 (2021) ter ere van Jan Goossens, 90 jaar, p. 97-122.

       José Cajot nam deel aan de “133. Jahresversammlung des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung mit einem schwerpunkt niederdeutsch und niederländisch im kontakt”. Münster, 25.–27. Mai 2021 (digital).

Op de verjaardagsviering en overhandiging van een feestbundel aan Jan Goossens op vrijdag 5 november 2021 sprak Cajot een laudatio uit in het goed gevulde Emma Vorlatauditorium van het leercentrum Agora van de KU Leuven.

Publicatie

“Klinkerbotsing en klinkersplitsing van de twee West-Germaanse *a’s in en rond Maastricht”. In: Leuvense Bijdragen 103 (2021) ter ere van Jan Goossens, 90 jaar, p. 25-44.

       Chris De Wulf was in 2021 de laureaat van de Prijs voor taalkunde van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren voor het werk “Klankatlas van het veertiende-eeuwse Middelnederlands. Het dialectvocalisme in de spelling van lokale oorkonden (2019)”. Verder kreeg hij een stipendium voor een fellowship in het kader van de “Lonnoy Chair in Multilingualism Studies” (februari-mei 2021) bij de Vrije Universiteit Brussel (EUR 8000).

Hij was de hoofdorganisator van de Zürich Workshop on Afrikaans Linguistics. Theory and Structure (Universität Zürich, 04-05/10/21), en gaf de volgende presentaties en gastcolleges: ‘Aan uw taal heb ik u herkend. Regionale uitspraakvariatie in dialect en standaardtaal’, (gastcollege Vrije Universiteit Brussel, 30/03/21), ‘Parsing syllable structure in non standardised written language’ (presentatie voor het Historical Sociolinguistics Research Program, Vrije Universiteit Brussel, 12/02/21), ‘Historisch fonologisch onderzoek: enkele gevallen en vallen’ (gastcollege Universiteit Gent, 09/03/20), ‘DodO – Development of Dutch Orthography 1250-1400’ bij de DGfS-workshop “The evolution of writing systems”, op de 42e DGfS-bijeenkomst Sprachliche Diversität: Theorien, Methoden, Ressourcen 04-06/03/2020 (presentatie Universität Hamburg, 05/03/20), ‘De ontwikkeling van het lange vocalisme in het Nederlandse diasysteem’ (gastcollege Universiteit Gent, 02/03/20).

Publiekgerichte optredens bestonden uit een interview bij Radio 2 West-Vlaanderen ‘West-Vlaams & Afrikaans” (23/08/2021), https://radio2.be/luister/select/radio-2-west-vlaanderen/radio-2-mysteries-er-zijn-een-aantal-overeenkomsten-op-vlak-van-uitspraak-zegt-chris-de-wulf .

en een lezing voor de Amsterdamse Academische Club, met de titel ‘Spreken Nederlanders en Vlamingen hetzelfde Nederlands?’ (Universiteit van Amsterdam, 06/02/20).

Publicaties

In 2021 verzorgde hij de gastredactie van Taal en Tongval 73-2, Spelling in ontwikkeling en van Taal en Tongval 72-1, Dialectologie zonder dialecten (samen met G. De Vogelaer). Chris De Wulf nam ook de eindredactie op zich van T. De Pauw 2021, Dialectregister Zuidwest-Meetjesland. Aalter: Dialectgenootschap Zuidwest-Meetjesland.

Wetenschappelijke artikels en hoofdstukken van de afgelopen twee jaar omvatten:

Chris De Wulf 2021, ‘Spelling in ontwikkeling’ In: Chris De Wulf (ed.) Taal en Tongval 73-2, Spelling in ontwikkeling, p. 111-136,

Chris De Wulf & Kirsten Bischof 2021, ‘Der Bochouter Schöffenbrief (1249) und die privatrechtlichen Urkundendatenbanken in der niederländischen historischen Sprachwissenschaft.’ In: Höfler, Stefan; Müller, Kevin (Hrsg.): Rechtsetzung als Textkonstitution. Sprachwissenschaftliche Zugänge zu modernen und historischen Rechtsquellen. In: Zentrum für Rechtsetzungslehre (ZfR), Band 11. Dike, Zürich/St.Gallen (2021), p. 211-242,

Gunther De Vogelaer & Chris De Wulf 2021, ‘Taal en Tongval zonder dialecten?’ In: Gunther De Vogelaer & Chris De Wulf (red.) Taal en Tongval 72-1, Dialectologie zonder dialecten, p. 1-6,

Chris De Wulf 2020, ‘Regionale variatie in Middelnederlandse spellingsystemen.’ In: Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis LXXIV, p. 65-84.

Er verschenen de afgelopen twee jaar ook enkele populair-wetenschappelijke stukjes van zijn hand:

‘Hesp.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 3, nr. 4, 2021, p. 32.

‘Kloering en batavieren, battevieren.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 3, nr. 3, 2021, p. 21.

‘Vliem.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 3, nr. 2, 2021, (pagina’s onbekend)

‘Van strijdhamer tot mertenee.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 3, nr. 1, 2021, p. 32.

‘blaffetuur’ In: Erfgoed Aalter, jg. 2, nr. 4, 2020.

‘schismaol, schis.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 2, nr. 3, 2020.

‘kloef en petijnao’le.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 2, nr. 2, 2020, p. 15.

‘aakpui, aakpuit, aaktepuit, naaktepui.’ In: Erfgoed Aalter, jg. 2, nr. 1, 2020, p. 20-21.

titelloze column In: Erfgoed Aalter, jg. 2, nr. 1, 2020, p. 17.

       Paul Kempeneers voltooide  in 2021 Dormaal. Plaatsnamen en hun geschiedenis (218 blz.) en. Historische Atlas van Dormaal (79 blz.). Hij in 2021 een aantal naamkundige bijdragen in de tijdschriften Oost-Brabant, Eigen Schoon en de Brabander en Leuvense Bijdragen. Voor Eigen Schoon en de Brabander schreef hij: Geheimschrift in Linden (nr. 1, p. 97-100). In Oost-Brabant publiceerde: hij: Oude wegbenamingen (p. 36-38). Ten slotte verscheen van hem in Leuvense Bijdragen 103, 2021, ter ere van Jan Goossens, 90 jaar, p. 155-178: Beeldrijke veldnamen.

       Karel Leenders werkt mee aan het project Unesco Geopark Schelde Delta. Daarin coöpereren Vlaamse en Nederlandse wetenschappers aan geschiedenis, prehistorie en geologie van die boeiende streek die bestaat uit een groot deel van de provincie Zeeland, brede randen van Oost- en West-Vlaanderen en kleinere randen van Antwerpen en Noord-Brabant. Hij begeleidt ook een masterscriptie aan de RU Groningen over het dorp Erp in Noord-Brabant.

Publicaties 2020 – 2021 van Karel Leenders

Het Turfhoofd van Roosendaal. Jaarboek De Ghulden Roos 80 (2020) 11 – 32.

In memoriam dr. Willem Adriaan van Ham (1937-2020). Noordbrabants Historisch Jaarboek 37 (2020) 11-13.

Strijen, Wede en Broek.(3 februari 2021) https://www.academia.edu/45020338/Strijen_Wede_en_Broek

Gemene gemene gronden. In: Abrahamse, J.E. e.a. (red.). Het landschap beschreven. Historisch-geografische opstellen voor Hans Renes. Hilversum (Verloren), 2021, 75 – 82.

Elisabeths kind. Jonge kleipolders aan weerszijden van het Hollands Diep. Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 30 (2021) 26 – 38.

Boshistorie, een voorbeeld van een regionale bosgeschiedenis: Het Maas-Demer-Scheldegebied. In: Maes, N.C.M. (red.). Atlas wilde bomen en struiken. Landschappelijk groen erfgoed in de provincies van Nederland en Vlaanderen. Woudrichem (Pictures Publishers), 2021, 50 – 63.

M.m.v. B. van Andel, T. Lensvelt. De Rommegatse Dijk (Dussen – Meeuwen). Historische Reeks Land van Heusden en Altena 29 (2021) 213 – 221.

Kappelhof, T., K. Leenders, J.W. Messer, onder redactie van P. Klep. Historische Atlas van Breda. Woudrichem (Pictures Publishers), 2021.

Met S. Arnoldussen. Een inventariserend bureauonderzoek van raatakkerterreinen in Noord-Brabant en het noordelijke deel van Nederlands Limburg. Grondsporen 71 (2021). (146 p., ill., krtn., shapebestand in ZIP) https://research.rug.nl/files/200094267/Grondsporen_71_Leenders_Arnoldussen_update.pdf

            Ann Marynissen hield op 16.06.2021 een laudatio voor prof. Lieve De Wachter, bij haar installatie als nieuw lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren in Gent. Op 13.12.2021 nam zij deel aan een college voor BA-studenten Nederlandse taal- en letterkunde van de Universiteit Gent, op uitnodiging van prof. dr. Ulrike Vogl. Het thema was ‘de geschiedenis van de standaardisering van het Nederlands’. De bijdrage nam de vorm aan van een online vraaggesprek met de docent en de studenten.

Publicaties uit 2021 en 2020

M.m.v. Daniela Bock & Amelie Terhalle (2021): Op weg naar een geschreven eenheidstaal. De ontdialectisering van de schrijftaal bij Gheraert Leeu, drukker in Gouda en Antwerpen. In: Taal en Tongval 73, p. 245-295. (https://doi.org/10.5117/TET2021.5.MARY)

(2021): De Nagel or de Spijker op de Kop? A Lexical Contrast between Belgian Dutch and Netherlandic Dutch. In: Kristiansen, Gitte et al. (Eds.). Cognitive Sociolinguistics Revisited. Berlin/Boston: De Gruyter Mouton, p. 48-57. (https://doi.org/10.1515/9783110733945-004)
(2020: Kirchen, Klöster und Kleriker: Die Spuren des Christentums in den niederländischen und flämischen Familiennamen. In: Beiträge zur Namenforschung 55, Heft 2/3, S. 225-245. (urn:nbn:de:hbz:38-354289).

Met Joost Robbe (2020): Hollanders, Friezen of Vlamingen? Een studie naar de persoonsnamen van de eerste Amagerboeren uit de toenmalige Nederlanden. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 136, nr. 3, p. 77-98. (urn:nbn:de:hbz:38-122270).

       Van Victor Mennen verscheen een artikel in het Jaarboek van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde 23 (2021), pp. 43-56 met als titel “Scheps … een waterschap aan de Grote Nete?”

       Reinhild Vandekerckhove leverde in 2021 een bijdrage aan de volgende wetenschappelijke congressen:

Universiteit Antwerpen, Sociolinguistics Circle Conference, 19/05/2021 (online): Hanne Surkyn, Reinhild Vandekerckhove, Lisa Hilte & Dominiek Sandra: Gender accommodation in teenagers’ spelling of regular verb homophones on social media

Universiteit Antwerpen, Sociolinguistics Circle Conference, 19/05/2021 (online): Lisa Hilte, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans: ‘What’s love got to do with it?’ Gender accommodation versus flirting in teenagers’ online conversations.

Technische Universität Kaiserslautern, PiF 2021 (Psycholinguistics in Flanders) 21/05/2021 (online): Posterpresentatie: Hanne Surkyn, Reinhild Vandekerckhove & Dominiek Sandra: Partial Homophony Affects Spelling Errors on Regular Verb Forms in Social Media Writing.

Manchester Metropolitan University, International Conference on Youth Languages, 27/05/2021 (online) : Lisa Hilte, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans: Communicating across educational boundaries: accommodation patterns in adolescents’ online interactions

Vrije Universiteit Brussel, Linguists’ Day, 22/10/2021: Hanne Surkyn, Dominiek Sandra & Reinhild Vandekerckhove: Vlaamse scholieren en dt-regels: de impact van gender en opleidingsniveau op beheersing en attitude.

Vrije Universiteit Brussel, Linguists’ Day, 22/10/2021: Anouk Van den Stock, Astrid De Wit, Reinhild Vandekerckhove & Pedro Gras: A functional typology of Dutch insubordinate infinitives.

Radboud Universiteit Nijmegen, CMC2021 Conference, 28/10/2021: Lisa Hilte, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans: How do interlocutors in instant messaging influence each other’s writing style?

Radboud Universiteit Nijmegen, CMC2021 Conference, 28/10/2021: Hanne Surkyn, Reinhild Vandekerckhove & Dominiek Sandra: Social Media Data as a Naturalistic Test Bed for Studying Sociolinguistic and Psycholinguistic Patterns in Dutch Verb Spelling Errors

2020 en 2021 (co-)auteur van de volgende wetenschappelijke bijdragen:

Hilte, Lisa, Walter Daelemans, & Reinhild Vandekerckhove (2020). Lexical patterns in adolescents’ online writing: The impact of age, gender, and education. Written Communication 37(3): 365-400. 

doi: 10.1177/0741088320917921

Hilte, Lisa, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans (2020): Linguistic accommodation in teenagers’ social media writing: convergence patterns in mixed-gender conversations.  In: Journal of Quantitative Linguistics.

https://doi.org/10.1080/09296174.2020.1807853 
Surkyn, Hanne, Sandra Dominiek & Reinhild Vandekerckhove (2020): De interactie tussen gender en homofoondominantie bij dt-fouten in de informele online communicatie van jongeren.  In: Handelingen van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 73, 135-154

Surkyn Hanne, Reinhild Vandekerckhove & Dominiek Sandra (2020): From experiment to real-life data : social factors determine the rate of spelling errors on rule-governed verb homophones but not the size of the homophone dominance effect.  In: Mental Lexicon 15/3, 422-263

Full text (open access): https://repository.uantwerpen.be/docstore/d:irua:4288 

Hilte, Lisa, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans (2020): Modeling adolescents’ online writing practices: the sociolectometry of non-standard writing on social media.  In: Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik 87/2, 173-201

Vandekerckhove, Reinhild (2020): opiniestuk Knack (26/6/2020): De ongeschreven wetten van het chatten: sociale media maken ons taalgevoel niet kapot. https://www.knack.be/nieuws/belgie/de-ongeschreven-wetten-van-het-chatten-sociale-media-maken-ons-taalgevoel-niet-kapot/article-opinion-1614671.html

Hilte, Lisa, Walter Daelemans, & Reinhild Vandekerckhove (2021): Interlocutors’ age impacts teenagers’ online writing style: Accommodation in intra- and intergenerational online conversations. In: Frontiers in Artificial Intelligence 4. doi:10.3389/frai.2021.738278. 

Hilte, Lisa, Walter Daelemans & Reinhild Vandekerckhove (2021): Communicating across educational boundaries: accommodation patterns in adolescents’ online interactions. In: Applied linguistics review, https://doi.org/10.1515/APPLIREV-2020-0140 

Surkyn, Hanne, Reinhild Vandekerckhove & Dominiek Sandra (2021): The impact of analogical effects and social factors on the spelling of partially homophonous verb forms in informal social media writing. In: Written language & literacy 24(1), 1-37.

De Wit Astrid & Reinhild Vandekerckhove (2021): Lache, giere, boeie.  The use of insubordinate infinitives in informal computer-mediated communication.  In: Kristiansen, Gitte et al. (eds): Cognitive Sociolinguistics Revisited, 359-370. Berlin: De Gruyter: Mouton.

Hilte, Lisa, Reinhild Vandekerckhove & Walter Daelemans (2021): How do interlocutors in instant messaging influence each other’s writing style? Three case studies on accommodation in teenagers’ chat conversations.  In: Proceedings of the 8th Conference on Computer-Mediated Communication (CMC) and Social Media Corpora (CMC-Corpora 2021) – Nijmegen, Radboud Universiteit, 48-53. 

Surkyn, Hanne, Reinhild Vandekerckhove & Dominiek Sandra (2021): Social Media Data as a Naturalistic Test Bed for Studying Sociolinguistic and Psycholinguistic Patterns in Dutch Verb Spelling Errors.  In: Proceedings of the 8th Conference on Computer-Mediated Communication (CMC) and Social Media Corpora (CMC-Corpora 2021) – Nijmegen, Radboud Universiteit, 90-94 

       Jacques Van Keymeulen hield een lezing op 15 februari 2021 voor de internationale cursus Low Countries Studies (UGent) een lezing getiteld A short history of the Dutch language. Twee internationale lezingen hield hij samen met anderen: in Münster op 29 oktober 2021 op het Colloquium Großlandschaftliche Dialektwörterbücher zwischen Linguistik und Landeskunde [online] ‘Onomasiological and semasiological dialect dictionaries for the southern Dutch dialects (Flemish, Brabantic and Limburgisch’ [samen met V. De Tier]; in Antwerpen op 19 mei 2021 op de DHBenelux Conference ‘The Database of the Southern Dutch Dialects: New opportunities for digital lexicographical research’ [poster] [samen met V. De Tier, J. de Does, K. Depuydt, K. Mertens, T. Schoonheim, R. Vandenberghe, L. Hellebaut en S. Chambers].

Publicaties

Hij publiceerde in 2020 samen met Tineke De Pauw (eerste auteur) Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. Deel III: Algemene Woordenschat. Aflevering 8: Eten en Drinken. SKRIBIS-Mirto Print, Gent. XLVII + 782 pp.,  229 krtn., 1 ill.

Hij publiceerde in hetzelfde jaar “Een beknopte klankleer van het Wichelse dialect” in: Zegget ne kieër. Wiechelsen Dieksjoneiër. blz. 5-13.

In hetzelfde jaar verschenen er samen met anderen nog twee artikelen: Ghyselen, A.-S., A. Breitbarth, M. Farasyn, J. Van Keymeulen en A. Van Hessen (2020). Clearing the transcription hurdle in dialect corpus building : the corpus of Southern Dutch dialects as case-study, in: Frontiers in Artificial Intelligence 3: 1-17, en Ghyselen, A.-S., J. Van Keymeulen, M. Farasyn, L. Hellebaut, & A. Breitbarth (2020).

Eén artikel is ter perse: Melissa, F., A-S Ghyselen, A. Breitbarth en J. Van Keymeulen (2020), Challenges in tagging and parsing spoken dialects of Dutch in : Journal of Historical Syntax.

In 2021 publiceerde Jacques Van Keymeulen vijf korte biografieën van Gentse professoren Nederlandse Taalkunde in het boek: Van Damme Els en Y. Tjoen (red.), Portretten van Gentse Germanisten. Woolf, Antwerpennl: over Edgard Blancquaert (blz.17-24), Jozef Vercoullie (blz. 251-254), Willem Pée (blz. blz.157-162), Valeer Vanacker (blz.223-228) en Johan Taeldeman (blz. blz.207-210).

Hij schreef ook een artikel over ‘De Koker en Clyncke: van schimpnaam naar familienaam?’ in Leuvense Bijdragen 103 (blz. 319-334) en de bijdrage ‘Over de omkering van de verhouding tussen doel en middel’ in de Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren 130 (blz. 105-111).

Met de meeste hoogachting,

Brussel, eind december 2021

prof. dr. José Cajot                                                                            prof. dr. Ann Marynissen

algemeen secretaris                                                                                     algemeen voorzitter


Reacties zijn gesloten.